De opdracht luidde dat de locatie, een keerpunt voor toerbussen overzichtelijk moet blijven en het object geen aanleiding mag geven tot verblijf. Voorwaarden die betekenden dat een object i.v.m. overzichtelijkheid transparant moet zijn en ruimte moet innemen om verblijf tegen te gaan. Het werk vraagt om een eigentijdse relatie met haar historische omgeving. Een relatie die harmonisch is zonder in pastiche te vervallen.
Associaties bij Delft zijn ‘techniek’ door de Technische Universiteit en het ‘blauw’ wat voor zichzelf spreekt. De plek midden in het centrum is ‘hartje stad’. Het hart is een plastische vorm die aansluit op die van de rotonde en een die ruimte inneemt. De vorm wordt transparant door de technische constructie en het daarop aangebrachte blauwe glas.
S’avonds verkrijgt het een extra dimensie door een van binnenuit pulserend licht. Het Blauwe Hart gaat zowel een relatie aan met het glas en lood van de beide kerken alsook de lichtreclames van de commercie waartussen het zich bevindt. De helderheid in vorm en kleur maken het tot een onmiskenbaar karakter binnen de stad Delft.